Kenneth was de navigator van de Engelse bommenwerper Wellington X3279 radioletter M van het 150 Squadron Royal Air Force. Op 6 juni 1942 steeg de bommenwerper op van de Engelse vliegbasis Snaith met als doel de Duitse havenstad Emden. Aan boord waren zes bemanningsleden: L.T. Baker, M.J.L. Blunt, G. T. Edwards, W. Jackson, S.J. Morgan en K.S. Preston. Tijdens een luchtgevecht werd de bommenwerper neergeschoten door de Duitse vlieger Ludwig Becker. Op 7 juni 1942 om 00.47 uur kwam het toestel neer in de Waddenzee, ten oosten van Ameland. De lijken van Baker, Blunt, Jackson, Morgan en Preston spoelden aan op diverse plekken langs de kust en werden in de buurt begraven. Het stoffelijk overschot van Edwards is nooit gevonden en hij staat tot op de dag van vandaag als vermist te boek.
De Duitse vlieger Ludwig Becker had als thuisbasis Leeuwarden. Hij viel slechts enkele minuten na het luchtgevecht met de Wellington een andere geallieerde bommenwerper aan: een Short Stirling met aan boord acht bemanningsleden. Deze bommenwerper kwam om 0.55 neer bij Blija. De bemanningsleden van dit vliegtuig verlieten tijdig het vliegtuig en overleefden de oorlog in krijgsgevangenschap.
Na de oorlog werden alle voorlopige grafmarkeringen vervangen door een officiële witte steen met daarop, indien bekend, de naam van het slachtoffer. Ook het houten kruis op het graf van Preston werd vervangen door een steen. In tegenstelling tot veel andere tijdelijke grafmonumenten werd het kruis niet vernietigd. Samen met het verhaal is het bewaard gebleven.
Kijk voor meer informatie over de luchtoorlog boven Friesland op www.luchtoorlogfriesland.nl.