een verplichting om vrijheid goed te gebruiken
Al snel na de meidagen van 1940 laten Nederlanders hun ongenoegen over de Duitse bezetting zien. Op de verjaardagen van prins Bernhard (29 juni 1940) en koningin Wilhelmina (31 augustus 1940) komen mensen bij elkaar bij monumenten die verwijzen naar het koningshuis. Veel dragen witte anjers of oranje strikjes. Het kabinet en koningshuis vertrekken in de meidagen naar Engeland om van daaruit de strijd tegen de bezetter te leiden. Nadat de eerste boosheid over deze vlucht is gezakt slaat de stemming om en wordt het koningshuis een symbool van de strijd tegen de Duitse onderdrukking. Als in 1941 het vooroorlogse muntgeld, met daarop de beeltenis van Koningin Wilhelmina, moet worden ingeleverd houden veel mensen geld achter. Van dit geld maken mensen sieraden en gebruiksvoorwerpen. Het dragen van deze munten, als speld, ring, hanger of armband is een vorm van symbolisch verzet.