'Nog eenmaal omhels ik je in gedachten', schrijft Lolle Rondaan uit Beetgum op 14 februari 1944 aan zijn verloofde Riek. Ze kennen elkaar die dag precies vier jaar. Lolle is een paar uren eerder door het 'SS-Polizei- Standgericht' in Assen veroordeeld tot de doodstraf, vanwege zijn betrokkenheid bij het verzet. Hij houdt zich bezig met het verzorgen van onderduikers, het verspreiden van illegale kranten en gewapende overvallen. Samen met anderen vormt hij een gewapende verzetsgroep, een knokploeg (KP), met als thuisbasis de boerderij Liauckema State in Sexbierum. Voordat het vonnis wordt voltrokken mag hij nog een afscheidsbrief schrijven aan zijn geliefden.
Zijn verzetscollega's omschrijven Lolle als een 'kalme, maar onverschrokken strijder die altijd zijn doel weet te bereiken. Zijn zwarte haardos, vrolijke lach en korte snaakse uitdrukkingen, kortom zijn hele voorkomen, maken hem populair in de vriendenkring.' Hoogtepunt voor de knokploeg is het succesvol laten verdwijnen van het bevolkingsregister van de gemeente Het Bildt, waarmee honderden inwoners worden behoed voor vervolging en dwangarbeid in Duitsland. Maar in november 1943 gaat het mis en wordt de groep verraden. Een arrestatiegolf en een showproces volgen.