Een van de gearresteerde jongens is Lieuwe Koopmans, hieronder een fragment uit een met hem gehouden interview
In het gebouw op het Zaailand waar de Sicherheitsdienst huisde droeg de Harlinger politie ons over. We kwamen op een kamer met een Duitse officieren die ons niets vroeg, maar ons met schelden, schreeuwen en dreigen aan het verstand bracht dat we ons zeer slecht gedragen hadden. En dat zij ons wel zouden leren hoe we ons in de toekomst moesten gedragen. We werden naar kamp Amersfoort gestuurd.
We moesten al onze kleding uitdoen en we werden kaalgeknipt. Ik kreeg nummer 902, dit nummer moesten we later op onze kleding naaien. We kregen kleding uitgereikt. Een dunne lange onderbroek, een dun hemd, een paar dunne sokken, een paar ongelakte klompen, een soldatenjas, broek en muts, een paar beenwindsels en een deken. In het Waldkommando moesten we boomstronken versjouwen. De mensen konden met zijn vieren de zware boomstronken bijna niet tillen. Een keer hebben we een brief naar huis mogen schrijven. Er werd op gewezen dat we totaal niets over het kamp of over onze situatie mochten schrijven. En maar praten over wat er met ons ging gebeuren. Er waren mensen die ons wisten te vertellen dat je vanuit Amersfoort naar Dachau of naar een werkkamp in Duitsland ging.
Na ruim acht weken waren we weer thuis. We moesten beterschap beloven en we mochten aan niemand, ook niet thuis, vertellen wat we gezien en meegemaakt hadden.Van de vijfenzeventig kilo die ik woog voor het vertrek waren er nog maar vijftig over.
De foto en het verhaal zijn opgenomen in de tentoonstelling Fries Verzetsmuseum.
jaar van verzet
Dit artikel staat in het teken van het Jaar van Verzet. In 2018 vinden door heel Nederland activiteiten plaats die mensen kennis laten maken met, en na laten denken over, het verzet uit de Tweede Wereldoorlog..