speelgoed vrachtauto
Tijdens de inleverdag oorlogserfgoed van zaterdag 15 oktober 2016 schonk Albert Witteholt het Fries Verzetsmuseum een bijzonder stuk speelgoed. Hij vertelt het verhaal zelf:
woord gehouden
Mijn naam is Albert Witterholt en ik ben geboren op 10 juli 1939 in Burum, in het pand dat nu Het Wapen van Burum heet. Mijn familie bestond uit vader Jan, moeder Trijntje, twee zussen Grietje en Leentje en mijn broer Albert. Een jaar na mijn geboorte brak de Tweede Wereldoorlog uit. Ik herinner me de oorlog door diverse gebeurtenissen. Bijvoorbeeld dat ik samen met mijn buurjongen Wietse de Vries een steeg in moest duiken omdat er vliegtuigen laag overvlogen. Dat mijn ouders samen met de buren, bakker Huizinga, een gat in de grond groeven en daar dingen in verstopten. Wat ze verstopten weet ik niet precies, alleen dat na de oorlog nog een fles advocaat naar boven werd gehaald. Tussen mijn slaapkamer en die van mijn zuster was een dubbele wand gemaakt, hierdoor ontstond daar een ruimte van ongeveer een meter breed. Hier lagen ’s nachts twee onderduikers te slapen. Telkens als de onderduikers gingen slapen werd mijn bed tegen het toegangsluik geschoven. Ik sliep alsof er niets aan de hand was. Ook herinner ik me dat er een razzia of iets dergelijks werd gehouden, terwijl ik met koorts op bed in de slaapkamer van mijn ouders lag. De Duitse soldaten hebben toen nog bij mijn bed gestaan. Tenslotte weet ik dat er een bus beschoten is op de Friese straatweg. Of dat gedaan is door de Duitsers of de Engelsen weet ik niet. Tot zover mijn oorlogsherinneringen.